BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ‘Het complete verhaal’ in een notendop.

Het complete leerstuk van bestuurdersaansprakelijkheid uitgelegd in ‘normaal Nederlands’ voor niet juristen door een ‘no-nonsense’ jurist ;).

Door: Michel Krieger

19 juni 2019

Inleiding

Ik sprak laatst een horecaondernemer die zei: “Ik ben zo blij dat ik nu een b.v. heb met een holding erboven. Qua persoonlijke aansprakelijkheid kunnen ze me nu niets meer maken.”
Juristen weten dat dit natuurlijk niet helemaal waar is, maar hoe zat het nu ook alweer met het leerstuk van de bestuurdersaansprakelijkheid? In deze blog zal ik het complete leerstuk bespreken en ik zal proberen om dit te doen zonder al te veel met juridische termen te strooien of deze in ‘begrijpelijk Nederlands’ uit te leggen. Ik beschrijf het leerstuk vanuit het oogpunt van een b.v. Uiteraard geldt alles wat hierna besproken wordt ook voor de n.v. en/of andere rechtspersonen.

Zoals het voorbeeld hierboven al aangeeft kiezen veel ondernemers voor de b.v. als rechtsvorm voor hun onderneming omdat ze denken dat daarmee alle risico’s met betrekking tot persoonlijke aansprakelijkheid kunnen worden voorkomen. Maar is dit ook echt zo?

De b.v. en aansprakelijkheid

Voordat we dieper op deze stof ingaan eerst even een hele korte opfriscursus met betrekking tot de b.v. en aansprakelijkheid. In het Burgerlijk Wetboek staat in artikel 3 van boek 2 dat besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid “rechtspersoonlijkheid” bezitten. Dit betekent dat het zelfstandige rechtspersonen zijn, die net zoals natuurlijke personen, zoals jij en ik, een zogenaamd rechtssubject zijn. Dit houdt in dat rechtspersonen zoals een b.v. zelfstandig overeenkomsten kunnen sluiten, verplichtingen aan kunnen gaan en ook zelf schulden en bezittingen kunnen hebben. Een b.v. heeft een bestuurder of bestuurders en een aandeelhouder of aandeelhouders.
In de praktijk is dit vaak de ondernemer, een zogenaamde DGA. Het bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de b.v. Het is dus het bestuur dat namens de b.v. leningen aangaat, schulden maakt, overeenkomsten sluit etc.

In het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Dit betekent normaal gesproken dat alleen de b.v. aansprakelijk is voor schulden van de b.v. Bestuurders en aandeelhouders zijn in principe niet persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de b.v. Voor de aandeelhouders is dit zo omdat zij al risico lopen met het geld dat zij in de aandelen gestopt hebben. Gaat de b.v. failliet dan zijn ze hun geld kwijt. Voor bestuurders is dit zo omdat een bestuurder de b.v. moet kunnen besturen en daarin een bepaalde vrijheid moet hebben. Anders zou een bestuurder nooit een risico durven nemen en ondernemen is nu eenmaal (verantwoorde) risico’s nemen. Kortom in beginsel zijn aandeelhouders en bestuurders dus niet persoonlijk aansprakelijk en hebben schulden van de b.v. geen consequenties voor hun privévermogen.

Toch kan het zo zijn dat een bestuurder (dit is in praktijk dus vaak de ondernemer) persoonlijk wordt aangesproken voor zaken die voortkomen uit of betrekking hebben op de onderneming. Dit heet bestuurdersaansprakelijkheid en deze aansprakelijkheid komt in een aantal varianten voor die ik hieronder zal bespreken.

Interne aansprakelijkheid

Eerst moeten we binnen het leerstuk van de bestuurdersaansprakelijkheid een onderscheid maken tussen interne en externe aansprakelijkheid.

Interne aansprakelijkheid is de situatie waarin de b.v. de bestuurder aansprakelijk houdt voor geleden schade. In de praktijk komt het vaak voor dat de ondernemer de enige bestuurder en aandeelhouder is, dus zal deze situatie zich niet snel voordoen. Maar als er meerdere bestuurders zijn en/of aandeelhouders kan deze situatie zich wel voordoen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld familiebedrijven en/of ondernemingen die zijn opgestart door twee compagnons in de b.v. vorm. Daarom zal ik deze vorm van aansprakelijkheid hieronder kort bespreken.

Deze vorm van aansprakelijkheid staat in het Burgerlijk Wetboek in artikel 9 van boek 2 omschreven. Dit artikel stelt dat een bestuurder zijn taken “behoorlijk” moet vervullen. Wat behoorlijk is dat zegt het artikel dan weer niet. Maar de Hoge Raad heeft in 1997 in het arrest Staleman/Van de Ven bepaald dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur als de bestuurder een “voldoende ernstig verwijt” kan worden gemaakt. Er is volgens de Hoge Raad sprake van een ernstig verwijt als een “redelijk handelend en ervaren bestuurder in dezelfde omstandigheden van de gewraakte beslissing had afgezien”.

Verder is het zo dat alle bestuurders die deel uitmaken van een bestuur collectief verantwoordelijk zijn en dus ook collectief aansprakelijk kunnen zijn. Bestuurder 1 kan dus persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor het onbehoorlijk bestuur van bestuurder 2. Behalve als hij aan kan tonen dat hem niets te verwijten valt en hij maatregelen genomen heeft om de schade voor de b.v. te beperken.

Voorbeelden van onbehoorlijk bestuur zijn in deze situatie bijvoorbeeld:

– Er wordt fraude gepleegd door het bestuur.
– Het bestuur heeft nagelaten om voor de b.v. essentiële verzekeringen af te sluiten.
– Een bestuurder heeft geld van de b.v. aan een familielid geleend en dit is niet terugbetaald.
– Het bestuur heeft onverantwoorde financiële risico’s genomen.
– Zonder goede reden heeft het bestuur de bedrijfsvoering van de onderneming stilgelegd.

Externe aansprakelijkheid

Deze vorm van aansprakelijkheid wordt ook wel aansprakelijkheid tegenover derden genoemd. Hierbij is de bestuurder dus met zijn privévermogen aansprakelijk tegenover derden die schade hebben geleden. (Bijvoorbeeld schuldeisers van de b.v.) Er is niet een specifiek artikel in het Burgerlijk Wetboek wat bedoeld is voor deze vorm van aansprakelijkheid, zoals bij de hierboven besproken variant van interne aansprakelijkheid. De Hoge Raad heeft in jurisprudentie bepaald dat op deze vorm van aansprakelijkheid artikel 162 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. Dit is het algemene artikel wat betrekking heeft op het leerstuk van de onrechtmatige daad. Verder moet de b.v. verplichtingen niet na kunnen of willen komen. Een derde partij zal dus altijd eerst de b.v. aan moeten spreken en kan zich dan pas wenden tot de bestuurders.

Er zijn twee manieren om een bestuurder persoonlijk aan te spreken vanwege zijn handelen tegen derden partijen, die eigenlijk een overeenkomst met de b.v. gesloten hebben.

1) doorbraak van aansprakelijkheid
2) oneigenlijke doorbraak van aansprakelijkheid
Artikel 11 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek regelt de doorbraak van aansprakelijkheid. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een b.v. enkel en alleen door de bestuurder wordt misbruikt om persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen. Bijvoorbeeld een ondernemer houdt alle aandelen in een holding en de holding houdt alle aandelen in een b.v. In feite bestuurt de holding de b.v. dan, maar omdat de ondernemer alle aandelen in de holding houdt bestuurt de ondernemer indirect de b.v.

In artikel 11 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek staat een bepaling die zorgt dat je de ondernemer dan persoonlijk aansprakelijk kunt stellen, omdat hij dan gelijk wordt gesteld met de rechtspersoon, in dit geval de holding. De aansprakelijkheid van een rechtspersoon, die bestuurder is van een andere rechtspersoon, geldt ook hoofdelijk voor iedereen die bij het ontstaan van de aansprakelijkheid bestuurder is van de besturende rechtspersoon. Kortom op grond van dit artikel kijk je door de holding heen naar de ondernemer, die je dan persoonlijk aansprakelijk kunt stellen.

Oneigenlijke doorbraak van aansprakelijkheid komt voor wanneer een bestuurder verantwoordelijk is voor het niet nakomen van verplichtingen van de b.v. De bestuurder is dan geen partij bij een door de b.v. en een derde gesloten overeenkomst, maar het niet nakomen van die overeenkomst wordt hem wel aangerekend als onrechtmatige daad.

Er moet om de bestuurder persoonlijk aansprakelijk te kunnen stellen wel sprake zijn van een “persoonlijk en voldoende ernstig verwijt aan de zijde van de bestuurder”. De bestuurder moet dus persoonlijk in strijd gehandeld hebben met een algemeen geldende zorgvuldigheidsnorm, die de bestuurder tegen de benadeelde partij in acht had moeten nemen.

Voorbeelden hiervan zijn:

– De bestuurder gaat namens de b.v. een overeenkomst aan waarvan hij weet of had kunnen weten dat de b.v. de verplichtingen uit die overeenkomst niet na kan komen.
– Of de bestuurder zorgt ervoor dat de b.v. verplichtingen jegens een specifiek persoon of bedrijf niet nakomt, terwijl hij kan weten dat die persoon of dat bedrijf daardoor schade lijdt en de bestuurder weet dat de b.v. geen middelen heeft om deze eventuele schade te vergoeden.

Aansprakelijkheid in geval van faillissement

In geval van een faillissement doet de curator onderzoek naar de oorzaken van dat faillissement. De vraag kan dan opkomen of de bestuurder(s) van de b.v. aansprakelijk zijn en of ze persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Dit is geregeld in de zogenaamde Derde Misbruikwet, die heeft gezorgd dat deze vorm van bestuurdersaansprakelijkheid is geregeld in artikel 248 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Dit artikel zegt dat om een bestuurder persoonlijk aansprakelijk te kunnen stellen in geval van een faillissement er sprake moet zijn van “kennelijk onbehoorlijk bestuur”. En dit kennelijk onbehoorlijk bestuur moet een belangrijke oorzaak zijn van het faillissement. Ook moet er worden gekeken of een redelijk handelend bestuurder in dezelfde situatie hetzelfde had gehandeld en of er sprake is van een “ernstig verwijt” aan de zijde van de bestuurder.

Een voorbeeld van kennelijk onbehoorlijk bestuur is als een bestuurder het bedrijfspand en alle machines van b.v. A voor een veel te lage, niet marktconforme prijs verkoopt aan b.v. B en dit ervoor zorgt dat b.v. A failliet gaat.

Er is volgens art. 2:248 BW in ieder geval sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur als er niet is voldaan aan de verplichting van het voeren van een goede administratie en/of als de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd. Als dit het geval is wordt er vanuit gegaan dat één van bovenstaande feiten een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder kan zich verdedigen door aan te tonen dat het veronderstelde onbehoorlijk bestuur geen belangrijke reden is voor het faillissement. Maar alleen een andere reden noemen die ook heeft bijgedragen aan het faillissement is onvoldoende.

Bij deze vorm van bestuurdersaansprakelijkheid is iedere bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor het handelen van het gehele bestuur. Een bestuurder kan zich verweren door aan te tonen dat het onbehoorlijke bestuur van het gehele bestuur niet aan hem te wijten is en dat hij er persoonlijk alles aan gedaan heeft om schade voor de b.v. te voorkomen of beperken.

Als de curator kan aantonen dat de bestuurder of het bestuur van de b.v. aansprakelijk is, dan is dat voor “het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan” , het zogenaamde boedeltekort. Dit is de restschuld die overblijft na aftrek van alle opbrengsten uit het faillissement zoals bijvoorbeeld de verkoop van de auto’s van de b.v. Dit kunnen gigantische bedragen zijn. De rechter heeft wel de bevoegdheid om dit bedrag te verminderen als er ook andere oorzaken zijn voor het faillissement.

De curator kan een vordering instellen voor onbehoorlijke taakvervulling tot 3 jaar voorafgaand aan het faillissement en kan ook, omdat hij na het faillissement de b.v. bestuurt, een vordering instellen op grond van artikel 2:9 BW zoals hierboven besproken bij interne aansprakelijkheid. Verder wordt bij een vordering op grond van artikel 2:248 BW, een persoon die achter de schermen aan de touwtjes trekt bij de b.v., gelijkgesteld met een bestuurder en deze persoon kan dus ook aansprakelijk gesteld worden.

Aansprakelijkheid tegenover het bedrijfspensioenfonds of de belastingdienst

Een bestuurder van een b.v. kan ook persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wanneer de b.v. belastingen en/of (pensioen)premies niet kan betalen aan de belastingdienst en/of het bedrijfspensioenfonds en dit het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur of als dit aannemelijk is. Elke bestuurder van een b.v. kan hiervoor persoonlijk aansprakelijk gesteld worden.
Een bestuurder kan ook aansprakelijk gesteld worden als hem te verwijten is dat hij niet op tijd heeft gemeld bij de belastingdienst of het bedrijfspensioenfonds, dat de b.v. de belastingen en/of (pensioen)premies niet meer kan betalen. Als een bestuurder dit niet op tijd meldt, dan wordt er aangenomen dat het niet betalen van de belastingen en/of (pensioen)premies aan hem te wijten is. Het is dus heel belangrijk om een situatie van betalingsonmacht op tijd te melden!

Hoe kan bestuurdersaansprakelijkheid worden voorkomen?

– Sluit een goede bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af. Deze geeft bescherming tegen claims en dekt meestal ook de proceskosten.
– Leef als bestuurder altijd de statuten van de b.v. na. In het bijzonder de bepalingen over besluitvorming.
– Zorg er altijd voor dat de jaarrekening van de b.v. op tijd wordt gedeponeerd.
– Een b.v. dient haar administratie op orde te hebben. Zorg daar dus ook voor als bestuurder.
– Zorg dat de financiële situatie van de b.v. goed in de gaten gehouden wordt, bijvoorbeeld door een accountant.
– Ga geen overeenkomsten aan waarvan je weet dat de b.v. ze niet na kan komen.
– Keer nooit dividend uit zonder te controleren of de b.v. na deze uitkering haar rekeningen nog wel kan betalen.
– Gaat het echt helemaal mis? Wacht dan niet te lang met het aanvragen van het faillissement.
– Zorg ervoor als belastingen en/of (pensioen)premies niet meer kunnen worden betaald dat dit op tijd gemeld wordt bij de belastingdienst en/of het bedrijfspensioenfonds.
– Handel nooit in je eigen belang als bestuurder maar altijd in het belang van de b.v.

Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze blog of over bestuurdersaansprakelijkheid in het algemeen? Neemt u dan geheel vrijblijvend contact op met Krieger Legal.

Adres: Gooimeerhof 26
2652 PC Berkel en Rodenrijs
(Bezoek alleen op afspraak)

Tel.: +31 (0)6 18 63 52 07
(Whatsappen mag ook)

E-mail: info@kriegerlegal.nl

Website: www.kriegerlegal.nl

Menu